Historie van het ganstrekken in Grevenbicht
Er is op de dag van het Gawstrèkke sprake van een sterk saamhorigheidsgevoel dat binnen de gehele dorpsgemeenschap voelbaar is. Elk jaar bezoeken veel toeschouwers het gansrijden. Niet uit sensatie, want dan zouden ze het na een aantal keren wel gezien hebben. In Grevenbicht is carnavalsdinsdag een hoogtijdag waarop veel oud-inwoners het dorp bezoeken vanwege de bijzondere sfeer. Ook was het verzet groot toen in de jaren tachtig door acties van de Dierenbescherming het voortbestaan van het “Gawstrèkke” werd bedreigd. Het belang dat de inwoners van het gezellige Maasdorp hechten aan het Gawstrèkke, vloeit voort uit het oeroude karakter ervan. Men ervaart het Gawstrèkke als een ritueel dat hen verbindt met de gemeenschappelijk beleefde geschiedenis van hun voorouders. Door het Gawstrèkke onderscheidt “Beeg”, zoals het dorpje heet in plaatselijk dialect, zich van de rest van de wereld en wordt de eigen identiteit versterkt. De “Folkloristische Vereiniging GAWSTRÈKKERS BEEG” beschouwt zich als de hoedster van deze dorpstraditie, welke zij koestert als een kostbaar familiedocument. Ganstrekken is een vorm van monumentenzorg.
Oude traditie
Het ganstrekken in Grevenbicht is in ieder geval zo oud als de oudste inwoners zich uit eigen aanschouwing en uit overlevering kunnen herinneren. Helaas reiken schriftelijke documenten niet verder dan de jaren twintig van de 20e eeuw. Het gansrijden werd in vroeger jaren georganiseerd door de schutterij of door een vereniging van jonge boeren, maar er lag geen strakke organisatie aan ten grondslag. In 1975 kwam de organisatie in handen van de plaatselijke carnavalsvereniging “De Zawpense”, die door de inzet van meer mankracht en creativiteit de oude traditie van nieuwe impulsen voorzag. In de jaren tachtig kwamen er protesten en acties van de Nederlandse Vereniging tot Bescherming van Dieren. Dat stimuleerde de plaatselijke folkloristen om zich te gaan verdiepen in de oorsprong van dit volksgebruik. Na een lange reeks gerechtelijke procedures kwam de Hoge Raad in 1987 tot de conclusie dat er geen wettelijke grond bestaat om het traditionele gansrijden als strijdig met de rechten en waardigheid van het dier te verbieden. Voor de inwoners van Grevenbicht was dat altijd al duidelijk. De gans speelt in het ritueel immers een centrale rol als waardig middelpunt van een folkloristisch evenement dat sinds eeuwen de saamhorigheid en onderlinge betrokkenheid van de gemeenschap op een bijzondere manier uitstraalt. Veel waardiger en zinvoller nog dan een speenvarken aan het spit op een liefdadigheidsfeest. Om de organiserende carnavalsvereniging De Zawpense te ontlasten werd in 1991 een aparte vereniging van gansrijders opgericht: de “Folkloristische Vereiniging GAWSTRÈKKERS BEEG.
Grensgebied
Men kan zich afvragen waarom Grevenbicht het enige dorp in Nederland is waar de traditie van het ganstrekken bewaard is gebleven. Een mogelijke verklaring is het feit dat tradities gemakkelijk bewaard blijven in grensgebieden. Grevenbicht is in diverse opzichten altijd een grensgebied geweest. Het Maasdorp lag eeuwenlang in een uithoek van het Duitse hertogdom Gulik (Jülich). Het centrale gezag was er minder sterk, maar in het hertogdom Jülich heerste sowieso een vrijzinnige sfeer, in tegenstelling tot de omringende Gelderse gebieden. Zo kon Grevenbicht tijdens de hervorming een toevluchtsoord worden voor andersdenkenden. Er is nog steeds een omvangrijke hervormde gemeente. Tot de tweede wereldoorlog was ook het aantal joden groot. Zij begroeven hun doden op de Jodenberg aan de Heilig Kruisstraat. Grevenbicht is een actief dorp met een bloeiend verenigingsleven. Ook de carnavalsviering vertoont de kenmerken van een grensgebied. Grevenbicht heeft veel meer kenmerken van de oud-Hollandse boerencarnaval dan de omringende dorpen waar de invloed van het Duitse carnaval, met nadruk op pracht en praal en rangen en standen, veel groter is. Daarin past de oud-Hollandse traditie van het ganstrekken.