1 maart 2011
Dit is een reactie van de Folkloristische Vereiniging Gawstrèkkers Beeg op de publicaties die de Partij voor de Dieren en de belangenvereniging voor dierenartsen in deze dagen in de pers hebben verspreid.
Niet gehinderd door enige kennis van zaken en met een moreel superioriteitsgevoel waar de arrogantie van afdruipt, hebben de Partij voor de Dieren en de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde in een aantal vlugschriften aan de vooravond van de verkiezingen in een voorgekookt een-tweetje hun afschuw uitgesproken over het traditionele Ganstrekken. Bovendien met valse informatie en onjuiste weergave van feiten. Onbelemmerd hebben hun hersenspinsels via internet daarna een dankbare weg gevonden over de gretige nieuwssites. Als beide organisaties echter het vereiste menselijke fatsoen zouden hebben betracht, dan zouden zij vooraf contact hebben opgenomen met hun slachtoffers, teneinde zich nader te oriënteren en de aangevallenen de rechtmatige mogelijkheid tot tegenweer te bieden.
Welnu.
Moeten we dan elk jaar het verhaal vertellen van Raad van State en Hoge Raad? Van het morele recht om binnen de nationale wetgeving onze eigen wijze van omgang met dieren te bepalen? Van de uitzonderlijke culturele waarde van dit unieke dorpsfestijn? Van het stralende feest dat zonder enige wanklank jaarlijks gedragen wordt door alle plaatselijke geledingen? Of zijn alle inwoners van Grevenbicht als bij toverslag achterlijk, barbaars en luguber geworden, zoals de zelfbenoemde dierenbeschermers ons letterlijk trachten te doen geloven?
Ja, blijkbaar zullen de ganstrekkers elk jaar in het verweer moeten.
Het gaat deze keer over de rol van de dierenarts bij het euthanaseren van de gans.
Geloof het of niet: het inschakelen van een dierenarts is tot stand gekomen op verzoek van de Nederlandse Vereniging voor de Bescherming van Dieren (Dierenbescherming) in de jaren tachtig van de vorige eeuw. Tot die tijd was het gebruikelijk de gans te doden met een snede in de halsslagader. Ritueel slachten noemt men dat tegenwoordig. Uit mededogen met het dier werd besloten bij het euthanaseren een dierenarts in te schakelen die de gans eerst verdooft en dan het finale spuitje geeft. Het culturele nadeel dat de betrokken gans na afloop niet meer kon worden gegeten, werd daarbij voor lief genomen.
Is het dan nodig om een “echte” gans te gebruiken?
Ja, tot op heden blijkt dat inderdaad zo te zijn. Met name in Duitsland zijn enkele verenigingen overgestapt op een kunstmatig alternatief. De traditie heeft daar echter duidelijk onder geleden. In het Zuid-Limburgse Oost-Maarland is het vergelijkbare gansslaan zelfs geheel verdwenen. Er is een spelletje voor in de plaats gekomen. Alsof je het voetbal afschaft en het nationale team laat koekhappen. Bovendien zien de inwoners van Grevenbicht het probleem niet om jaarlijks één gans te offeren voor een uitermate goed doel. De gans moet trouwens ook nog oud zijn vanwege de voorkeur voor een sterke nek. Hoogstens vroegtijdige levensbeëindiging dus.
En wat de rest van het verhaal betreft: lees verder op deze site en laat u overtuigen van het feit dat de gans met veel respect wordt behandeld en in haar rol van veel groter betekenis is dan een weerloos speenvarken aan het spit of de opgestopte kalkoen op uw kersttafel. Daar wordt toch ook in het openbaar aan gesneden, gehakt en gescheurd? Of moet dat ook maar verboden worden? Als het aan de PvdD en de KNMvD ligt, vast wel.
sl