Zonder te zeer in detail te treden, willen we in dit document een overzicht geven van de juridische perikelen in de jaren tachtig. Het ganstrekken werd toen belaagd door de Dierenbescherming (Nederlandse Vereniging tot Bescherming van Dieren). Voor alle duidelijkheid zij vermeld dat als organiserende vereniging optrad de Vastelaovesvereiniging De Zawpense. Deze juridische strijd speelt nog altijd op de achtergrond mee nu de Partij voor de Dieren deze discussie opnieuw heeft aangezwengeld. Bovendien heeft deze partij er een gewoonte van gemaakt selectief te shoppen in de procesgeschiedenis van de jaren tachtig. De haar welgevallige uitspraken van het Gerechtshof in ’s Hertogenbosch in 1984 worden uitvergroot, terwijl de weerlegging van deze uitspraken in latere jaren stiekem wordt verzwegen. Politiek oportunisme dus van een bedenkelijk allooi. Lees hieronder de ware toedracht.
1984.10.17 Gerechtshof ’s Hertogenbosch inzake Gaashouwe
Omdat de Partij voor de Dieren in de discussie van de laatste jaren voortdurend teruggrijpt op de uitspraken van het Gerechtshof te ’s Hertogenbosch van 17 oktober 1984 over het vergelijkbare “Gaashouwe” te Oost-Maarland, beginnen we ons overzicht met een uittreksel uit dit arrest. Met name de overwegingen, vermeld onder artikel 10 en 12 op de pagina’s 12 en 13, spreken ferme taal. Artikel 12 over de vermeende schadelijke effecten van het Gaashouwe is in feite onbegrijpelijk voor een zichzelf respecterend Gerechtshof. Er worden populistische meningen verkondigd, vergelijkbaar met discussies over de schadelijke effecten van geweld op tv. Pseudowetenschap van de koude grond dus. Als ganstrekken zo schadelijk zou zijn, dan zouden alle mensen die in hun jeugd toegekeken hebben bij de huisslacht, unaniem dierenhaters zijn geworden. Je houdt het niet voor mogelijk, maar het staat er echt.
Voor de Partij voor de Dieren zijn deze onbezonnen uitspraken nog steeds een buitenkansje om er een slaatje uit te slaan. In februari 2008 wordt er bijvoorbeeld naar verwezen als er vragen worden gesteld aan minister Gerda Verburg en aan Provinciale Staten van Limburg (zie “Ganstrekken belaagd 2”). Wat er echter na dit arrest van het Gerechtshof gevolgd is, wordt angstvallig verzwegen, waardoor met name minster Gerda Verburg in haar antwoorden inderdaad op het verkeerde been werd gezet. Hieronder vindt u echter het vervolg van dit juridische verhaal. Lees verder en constateer dat enige maanden later de President van de arrondissementsrechtbank te Maastricht al kanttekeningen plaatst bij de uitspraken van het Gerechtshof, vervolgens het Gerechtshof zelf een jaartje later bij het arrest inzake het Gawstrèkke eveneens gas terug neemt en ten slotte in 1987 de Hoge Raad der Nederlanden gehakt maakt van de argumenten van het Gerechtshof.
1985.02.11 Arrondissementsrechtbank Maastricht inzake Gawstrèkke
Geremd door de rompslomp en de dreigende kosten, legden De Gaashouwers van Oost-Maarland zich neer bij de uitspraak van het Gerechtshof en gingen niet in cassatie bij de Hoge Raad. De Dierenbescherming dacht nu ook de Gawstrèkkers met succes te kunnen aanpakken. De President van de arrondissementsrechtbank te Maastricht weigerde echter mee te werken. Hij was weliswaar bereid het ganstrekken te betitelen als een smakeloos gebeuren, maar nam met nadruk afstand van de vermeende schadelijke effecten van het evenement. Hij zag in het ganstrekken geen onrechtmatig handelen ten opzichte van de Dierenbescherming. Het Ganstrekken mocht wat hem betreft voortgang vinden.
1985.07.10 Gerechtshof ’s Hertogenbosch inzake Gawstrèkke
Het viel niet te verwachten dat de ganstrekkers ook in ’s Hertogenbosch hun gelijk zouden halen. Er lag immers het vernietigende arrest van 1 november 1984 over het Gaashouwe. Toch gebeurde er iets opmerkelijks. In plaats van er in haar verontwaardiging nog een schepje bovenop te doen, nam het Gerechtshof in de keuze van haar bewoordingen duidelijk gas terug. Toch bleef het Hof erbij (ofschoon er volgens eigen zeggen duizenden mensen komen kijken) dat het ganstrekken in strijd is met algemeen geldende normen en waarden (punt 3 van de beoordeling). Van de schadelijke effecten bleef in punt 4 alleen het argument over dat het respect voor dieren te lijden zal hebben onder het ganstrekken (uiteraard zonder te vermelden waarop deze uitspraak gebaseerd was).
De ganstrekkers hadden bij voorbaat reeds aangekondigd in cassatie te gaan bij de Hoge Raad. Het plaatselijke Gabriëlfonds had gezorgd voor een stevig geldpotje om in geval van verlies de proceskosten te kunnen betalen. Maar advocaat Daniëls zag de gang naar Den Haag met vertrouwen tegemoet.
1987.01.14 Hoge Raad der Nederlanden inzake Gawstrèkke
We hebben ons in dit overzicht van de juridische perikelen in de jaren tachtig beperkt tot de hoofdzaken. In feite ging het niet eens om het ganstrekken. De Dierenbescherming wilde via een veroordeling van het ganstrekken het recht verwerven om namens dieren op te treden zoals de Raad voor de Kinderbescherming namens kinderen mag optreden. Lees daarover het verhelderende krantenartikel van 2 november 1985 in het persmenu.
We willen wel nog vermelden dat de Dierenbescherming naast de gerechtelijke procedures ook via de bestuursrechter tot een verbod probeerde te komen. Maar het gemeentebestuur, de Arob-commissie en de Raad van State in Den Haag zagen ondanks diverse pogingen van de Dierenbescherming geen aanleiding om het keurig georganiseerde en breed gedragen evenement te verbieden.
We sluiten daarom dit gedeelte van de jaren tachtig af met de apotheose bij de Hoge Raad der Nederlanden.
Het arrest van 2 januari 1987, dat later het “ganstrekkersarrest” is gaan heten, is in juridische kringen befaamd. Er werd mee bewezen dat kleintjes in het gerechtelijk spel niet kansloos hoeven te zijn. De “grote” Dierenbescherming had duidelijk haar hand overspeeld. Na het snelle succes tegen de Gaashouwers van Oost-Maarland had deze landelijke organisatie niet verwacht dat de Gawstrèkkers van Grevenbicht zoveel tegenstand zouden bieden. De verklaring voor deze tegenstelling ligt zowel in Grevenbicht als in Oost-Maarland. Het Gaashouwe in Oost-Maarland werd pas in de jaren vijftig geïntroduceerd vanuit de Belgische Voerstreek. Daar is het tot op heden een breed gedragen traditie, bijvoorbeeld in de ganzenstad Visé. In Oost-Maarland werd het Gaashouwe ingebed in de Bronkfeesten en kon in 1986 vrij gemakkelijk worden ingeruild voor het kop-van-jut-spel dat nu voor het Gaashouwe in de plaats is gekomen. In Grevenbicht is het Ganstrekken sinds mensenheugenis diep geworteld in de samenleving. Men wil het niet kwijt en is bereid ervoor te vechten tot het uiterste. Alle commotie over de vermeende smakeloosheid vindt men maar onzin. Tijdens de gerechtelijke procedures gingen de ganstrekkers niet alleen juridisch in de verdediging, maar men ging zich ook verdiepen in de historische achtergronden en trad met open vizier naar buiten om zich te presenteren als de weloverwogen hoeders van een uniek stukje volkscultuur. De ganstrekkers maakten zich los van de carnavalsvereniging, stichtten een eigen vereniging en staken het jaarlijkse feest in een nieuw jasje. Via het plaatselijke Gabriëlfonds werden de nodige financiën verzameld om een eventueel verlies te kunnen dragen en daarna verzekerden zij zich van de meest uitgelezen juridische bijstand van advocatenkantoor Daniëls te Sittard.
En met succes.
Wat weinigen voor mogelijk hadden gehouden, gebeurde. De Dierenbescherming werd in het ongelijk gesteld en de bewoordingen logen er niet om. De mening van het Gerechtshof in ’s Hertogenbosch dat er in Nederland een algemeen geldende rechtsnorm verondersteld mag worden waarmee een activiteit als het ganstrekken verboden mag worden, werd door de Hoge Raad verworpen. In de bijlage hebben we het arrest in zijn geheel opgenomen. Wezenlijk is de geel gemarkeerde alinea over het begrip “respect” op pagina 6.